Doornik was voor mij de eerste triatlon van het seizoen en het was ineens een belangrijke. Dit omdat het de allereerste wedstrijd was van de team triatlon series. Zowat alle goede Belgische atleten op de korte afstand stonden aan de start, aangevuld met nog enkele buitenlandse toppers. Dit maakte de wedstrijd enorm interessant omdat je duidelijk kon zien waar je stond ten opzichte van de concurrentie. Het zwemmen ging door in lac de l’Orient. Ik had niet veel last van het koude water en kwam na een degelijke zwemproef als 9e uit het water. Na een slechte wissel vertrok ik met een klein beetje achterstand op de kopgroep aan het fietsen. Aangezien ploeggenoot Tom in de kopgroep zat, was het niet aan mij om het gat dicht te rijden. Ik kon dus rustig meeliften tot we in de kopgroep zaten. Daar probeerde ik me ook rustig te houden, maar kon het toch niet laten om toch af en toe eens te testen en een prik uit te delen. Dit had echter niet veel effect en we kwamen met 10 aan in de wisselzone. Nu had ik wel een goede wissel en ik kon vrij vooraan beginnen te lopen. Ik voelde al snel dat ik geen geweldige loopbenen had en nog snelheid miste. Toch bleef ik doorzetten en werkte nog een degelijke loopproef af. Uiteindelijk kwam ik als 21ste over de streep in een topdeelnemersveld. Over het algemeen was ik wel best tevreden maar er zijn toch nog een heel aantal zaken die beter moeten en kunnen. Als team deden we het trouwens ook niet onaardig en sloten de eerste wedstrijd af op een 4e plaats in de teamranking.